Ga naar hoofdinhoud

Veel voorkomende gebitsproblemen bij het paard

Doordat de meeste paarden tegenwoordig makkelijk te kauwen voedsel toegediend krijgen en het gebit minder moeten gebruiken om voedsel te verkleinen worden er ook bij gezonde gebitten veel gebitsproblemen door slijtage afwijkingen gezien. Ook bestaan er vele gebitsafwijkingen die door erfelijkheid of ziekte kunnen ontstaan.

Gebitsproblemen bij paarden belemmeren het normaal functioneren van de mond. Indien afwijkingen niet gecorrigeerd worden zullen deze verergeren. In eerste instantie zal een paard weinig verschijnselen vertonen en door op een andere manier te kauwen met de afwijking om kunnen gaan. Indien problemen verergeren kunnen ze wel echt last krijgen en bijvoorbeeld eetproblemen gaan vertonen. Helaas kunnen paarden ons niet vertellen dat ze last van hun gebit hebben. Feit is dat afwijkingen aan het gebit het welzijn van het paard aantasten.

Verschijnselen (symptomen) van gebitsproblemen bij paarden

  • Stinkende adem uit mond of neus
  • Eenzijdige neusuitvloei
  • Abnormale zwelling op de kaak
  • Morsen van voedsel tijdens eten
  • Het maken van proppen van het ruwvoer
  • Schuin houden van het hoofd tijdens eten
  • Niet eten of slecht eten
  • Soppen van hooi in water tijdens eten
  • Gewichtsverlies
  • Slechte aanleuning tijdens het rijden (bit vastpakken, moeilijke buiging, verzet tegen het bit)
  • Andere rijtechnische problemen
  • Tong uit de mond hangen
  • Hoofdschudden
  • Gedragsproblemen
  • Slokdarmverstopping

Gebitsproblemen bij het paard door slijtage afwijkingen

Scherpe glazuurpunten

Scherpe glazuurpunten ofwel scherpe randen zijn de meest voorkomende afwijking aan het paardengebit. Ze ontstaan door verminderd gebruik van de kiezen doordat paarden minder moeten kauwen op het voedsel waaruit het paardenrantsoen tegenwoordig bestaat. Tevens worden hierdoor kortere, onvolledige kauwslagen gemaakt waardoor er een vermindering van slijtage van de buitenzijde van de kiezen in de bovenkaak en van de binnenzijde van de onderkaak ontstaat. De scherpe randen belemmeren de zijdelingse beweging van de monden ze kunnen wondjes (laesies) in het wangslijmvlies en in de tong veroorzaken.

Haken en rampen

Delen van kiezen die op het kauwvlak geen contact hebben met een tegenoverstaande kies zullen tijdens het kauwen niet afslijten. Dit wordt regelmatig gezien aan de eerste kiezen in de bovenkaak en aan de achterste kiezen in de onderkaak. De haken of rampen die ontstaan belemmeren de natuurlijke voor-achterwaarts beweging van de onderkaak (mandibulum). Voedsel passage wordt door deze doorgegroeide kiesdelen belemmerd en ook aanleuningsproblemen kunnen hierdoor worden veroorzaakt.

Dominante kiezen

Een dominante kies ofwel een te ver uitgegroeid deel van een kies ontstaat net als een haak of ramp wanneer er tijdelijk of permanent geen contact is met een tegenoverstaande kies. Wanneer er bijvoorbeeld na het trekken van een kies (extractie) een kies voor altijd afwezig is dan zal de kies die tegenover de getrokken kies staat niet meer slijten en steeds verder uitgroeien. Dominante kiezen belemmeren voedselpassage, kunnen kauwproblemen veroorzaken en ook rijtechnische problemen kunnen door blokkade van de normale bewegingen van de kaak gezien worden.

Golfgebit en trapvormig gebit

Deze gebitsafwijking ontstaat gedurende het wisselen en het doorkomen van de permanente kiezen. De permanente kiezen komen niet allemaal tegelijk door in de mondholte waardoor eerder doorgekomen kiezen altijd iets dominant of verder uitgegroeid zullen zijn. Nadat de kauwvlakken van tegenover elkaar staande kiezen met elkaar in contact komen en slijting gedurende het kauwen begint zullen dominante kiezen altijd iets meer druk ofwel kracht hebben waardoor ongelijkheden langzaam groter worden en zich vanaf de zijkant van het gebit gezien, uiten in de vorm van een golf- of een trapvormig gebit.

ETR

ETR staat voor ‘Excessive Transverse Ridging’ en wordt gekenmerkt door doorgegroeide dwars op het kauwvlak liggende richels tandmateriaal. Vaak wordt er gezegd dat dit normaal is en dat het kauwoppervlak op deze manier vergroot wordt. Dit is deels waar want het oppervlak wordt erdoor vergroot. Echter veroorzaken de dwars liggende richels ook vaak problemen omdat de hoge delen vaak voedsel tussen de er tegenover liggende kiezen drukken waardoor hier diastemata en pockets kunnen worden gecreëerd. Daarnaast zullen te hoge richels de voor-achterwaartse beweging van de onderkaak blokkeren.

Schaargebit

Een schaargebit kan eenzijdig danwel tweezijdig gevormd worden. Wanneer de natuurlijke zijdelingse kauwslag langdurig kort en onvolledig is ontstaat er door verminderde slijtage een steeds steilere hoek op het kauwvlak tussen de kiezen van de boven -en onderkaak. In principe is dit te vergelijken met het ontstaan van scherpe glazuur randen maar dan in extreme mate. Oorzaken van het ontstaan van een schaargebit zijn meestal pijn of een mechanische belemmering waardoor normale kauwbewegingen niet worden uitgevoerd. Om het probleem op te lossen is het dus van belang uit te zoeken wat de achterliggende oorzaak is.

Andere gebitsproblemen bij paarden

Persisterende doppen

Doppen zijn de restanten van de melkelementen. Normaal laten deze doppen vanzelf los door druk vanuit de doorkomende permanente tand of kies en vallen vervolgens uit de mond. Wanneer doppen niet vanzelf loskomen (persistentie) drukken scherpe restanten in het tandvlees. Ook ontstaat er vaak voedsel ophoping onder de doppen. Tandvlees raakt ontstoken en er ontstaat pijn waardoor paarden slecht gaan eten.

Hangend rooster

Tijdens de wisselperiode van de snijtanden kan er een verdikking van het tandvlees achter de snijtanden ontstaan door toename van de doorbloeding. Een oude benaming voor deze aandoening is ‘schuil’. Gedurende de aanwezigheid van zwelling kunnen paarden moeite hebben met het opnemen van voedsel. De zwelling verdwijnt altijd vanzelf na het wisselen. Indien nodig kan tijdelijk zacht voer zoals slobber of geweekte bietenpulp aangeboden worden.

Onderbeet/overbeet

Bij een onderbeet staan de snijtanden van de onderkaak verder naar voor ten opzichte van de snijtanden van de bovenkaak waardoor er zowel een afwijkende slijtage van de snijtanden als van de voorste en achterste kiezen ontstaat (haken en rampen).

Bij een overbeet is het juist andersom en staan de snijtanden van de bovenkaak verder naar voor. Ook hier vindt er weer een afwijkende slijtage plaats waardoor blokkade van de kaken ten opzichte van elkaar ontstaat.

Een overbeet wordt vaker gezien dan een onderbeet en is een erfelijke afwijking. Extreme overbeet kan op jonge leeftijd middels verschillende chirurgische ingrepen (afhankelijk van de ernst) wel deels gecorrigeerd worden.

Afwijkende positie van een tand of kies

Soms komt het voor dat een tand of kies niet op de juiste plek in de mondholte groeit en tijdens het kauwproces geen contact maakt met andere kiezen en dus niet slijt. In deze gevallen moet de klinische kroon regelmatig in hoogte worden terug genomen. Een afwijkende positie kan ook voedsel ophoping tussen tanden of kiezen veroorzaken met parodontitis als gevolg. In extreme gevallen en afhankelijk van het risico op complicaties is het nodig een afwijkend gepositioneerde tand of kies uit de mondholte te verwijderen.

Fracturen van tanden en kiezen

De klinische kroon van een tanden of kies kan breken door uitwendig trauma zoals een trap van een ander paard of het bijten op een steen of een vruchtenpit. De meeste kroonfrakturen van kiezen worden echter veroorzaakt doordat een kies langdurige te veel druk moet ondergaan van een dominante kies gedurende het kauwproces. In sommige gevallen is de aangedane kies al afwijkend waardoor deze minder hard of sterk is en dus makkelijker kan breken maar dit is niet altijd zo. Om kroonfrakturen te voorkomen is het correct uitbalanceren van het gebit dan ook erg belangrijk. Hierbij is het belangrijk dat de drukverdeling gelijkmatig over de gehele kiesrijen verdeeld is en dat ook de hoeken van het kauwvlak tussen de tegenover elkaar staande kiezen hetzelfde is. Afhankelijk van het geval kan er een wortelkanaalbehandeling toegepast worden om de tand of kies te redden en anders moet de kapotte tand of kies getrokken worden.

Tandbederf (Infundibulaire en perifere cariës)

Voor informatie over cariës en het vullen van gaatje in paarden tanden en kiezen, klik hier.

Afspraken en/of meer informatie?

EDVC is het makkelijkst telefonisch bereikbaar op de volgende momenten:

Maandag t/m vrijdag 8:00 tot 10:00
Maandag t/m vrijdag 18:00 tot 20:00

+31 (0)6 474 662 91

U kunt ons natuurlijk ook een email sturen met uw vraag en contact informatie: info@edvc.nl

​Gerelateerde interessante artikelen

Wolfskiezen

Wolfskiezen kunnen aanleuningsproblemen veroorzaken. Ook worden regelmatig blinde wolfskiezen in de paardenmond aangetroffen. Als ze getrokken moeten worden, wordt er altijd eerst een lokale verdoving met lidocaine geplaatst.

EOTRH

Een vaak zeer pijnlijke gebitsaandoening van met name de snijtanden bij oudere paarden. In een vroeg stadium kan het wegnemen van druk tussen de snijtanden het verloop van de aandoening vertragen maar uiteindelijk is het verwijderen van betroffen tanden de enige en beste oplossing.

Diastasen/diastemata en parodontitis

Naast het zorgvuldig uitbalanceren van het gebit kunnen diastemata worden opgevuld met silicone zodat ontstoken tandvlees tot rust kan komen. Indien nodig kunnen oppervlakkige of diepe openingen tussen de kiezen gemaakt worden zodat voedsel hier minder makkelijk tussen blijft zitten.